Dit artikel is ook beschikbaar in: Engels Vereenvoudigd Chinees Frans Italiaans Duits Spaans Pools
In de laatste editie van ‘Global Macro Shifts‘, verkent het team van Templeton Global Macro de mislukte populisme-experimenten van Latijns-Amerika en de belangrijke lessen die de ontwikkelde wereld uit die ervaringen kan leren. In dit artikel geeft Michael Hasenstab een beknopte versie van het volledige artikel van zijn team over het onderwerp.
Het populisme is de laatste jaren in heel wat landen aan een opmars bezig. Het woord kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, maar wij gebruiken het als de beschrijving van een beleid dat snelle oplossingen voor – vaak economische – problemen belooft, zonder de pijn die gewoonlijk gepaard gaat met conventionelere maatregelen. Traditioneel beleidsadvies luidt dat macro-economische wanverhoudingen moeten worden aangepakt met macro-economisch gereedschap, zoals – maar niet uitsluitend – een voorzichtig monetair en begrotingsbeleid, open handel, deregulering en streven naar meer wereldwijde economische integratie.
In de nasleep van de verschillende mondiale crisissen van de laatste tien jaar lijken deze traditionele remedies inmiddels gevaarlijk ouderwets. Dat valt vooral op in een aantal geavanceerde economieën. Ze hebben bijgedragen aan het brexitreferendum, toen een meerderheid van de Britse kiezers koos voor het vertrek uit de Europese Unie (EU) om de immigratie te beperken en het land weer meer zeggenschap te geven over beleidskwesties en reglementering. Ook in verschillende andere EU-landen worden populistische en nationalistische partijen steeds populairder, waardoor de onzekerheid over de komende verkiezingen in 2017 toeneemt.
Ook de recente Amerikaanse presidentsverkiezingen waren in aanzienlijke mate doorspekt met populistische elementen, zowel aan Republikeinse als Democratische zijde. Er werd opgeroepen tot een meer naar binnen gericht interventionistisch economisch model en een isolationistischere houding ten aanzien van de wereldwijde handel, met voorstellen als hoge invoerrechten, de afschaffing of heronderhandeling van handelsverdragen en de inperking van immigratie. Door de scherpe kritiek op het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord (NAFTA) en de immigratie uit Mexico is het voor de Verenigde Staten aanlokkelijk om Latijns-Amerika de rug toe te keren. Dat zou de Amerikaanse economie schade berokkenen, en bovendien is het moment nogal ironisch, aangezien de belangrijkste Latijns-Amerikaanse economieën juist de tegenovergestelde richting zijn ingeslagen en hun populistische economische beleid inmiddels inruilen voor een vrije markt en hervormingen die gunstig zijn voor het bedrijfsleven.
We hebben een analyse gemaakt van wat de Latijns-Amerikaanse landen de laatste jaren hebben doorgemaakt. Daarbij hebben we ons voornamelijk toegelegd op drie landen waar er een populistisch economisch beleid werd gevoerd: Argentinië, Brazilië en Venezuela. De eerste twee hebben onlangs rechtsomkeer gemaakt. Venezuela vooralsnog niet. Een vergelijking van hun ervaringen houdt volgens ons enkele waardevolle lessen in voor beleidsmakers die momenteel het risico lopen om zich door de lokroep van het populisme te laten verleiden.
Uiteraard bevinden geavanceerde economieën zich in een veel sterkere positie dan de landen die wij in dit commentaar behandelen, zowel wat de macro-economische fundamentals als de instellingen betreft. Toch zijn wij van oordeel dat de economische gevolgen van een misplaatst beleid kwalitatief vergelijkbaar zouden zijn. In een situatie waar vooral een protectionistisch beleid erg verleidelijk klinkt, kan deze analyse volgens ons enkele nuttige richtlijnen verschaffen. Daarnaast willen we benadrukken dat Argentinië en Brazilië – en meer in het algemeen landen met een solide, conventioneel macro-economisch beleid – potentieel interessante beleggingskansen kunnen bieden.
De lokroep van het populisme
In figuur 1 wordt een overzicht gegeven van de ervaring van vier Latijns-Amerikaanse landen. Drie (Argentinië, Brazilië en Venezuela) hebben zich door de lokroep van een populistisch beleid laten verleiden. Eén land kon aan de verleiding weerstaan (Colombia). Al deze landen werden in verschillende mate getroffen door het einde van de supercyclus van de grondstoffensector, en hun vermogen om hun respectieve beleidskaders in stand te houden werd op de proef gesteld. Diegene die zich tot het populisme keerden, trokken aan het kortste eind. Figuur 1 rechts geeft een overzicht van de soorten maatregelen die de meer interventionistische regeringen hebben ingevoerd.
De schade
In alle drie de landen die een populistisch beleid voerden, heeft dat beleid aanzienlijke nadelige consequenties gehad: de inflatie steeg tot een hoog niveau, het economische systeem werd ernstig verstoord, de productiviteitsgroei daalde, de manipulatie van de wisselkoers in combinatie met een hoge inflatie veroorzaakte een forse waardestijging van de reële wisselkoers (die hun concurrentiekracht ondermijnde) en in bepaalde gevallen nam de overheidsschuld snel toe.
De schade die aan deze economieën werd berokkend doordat ze hun voorzichtige macro-economische beleid terzijde hadden geschoven, wordt in Argentinië en Brazilië inmiddels tenietgedaan; het geval van Venezuela, dat weigert deze koers te volgen, spreekt voor zich. In figuur 2 wordt een overzicht gegeven van de schade die door de verschillende landen is geleden. Colombia is de uitschieter aangezien het land een voorzichtig beleid heeft gehandhaafd.
Rechtsomkeer
In Argentinië heeft de langdurige verslechtering van het economische klimaat er uiteindelijk toe geleid dat Cristina Kirchner in november 2015 plaats moest maken voor Mauricio Macri. President Macri werd verkozen door beloften van sterke economische liberalisering. De nieuwe regering introduceerde al snel een breed scala van hervormingen, met sterkere instellingen, een strakker monetair beleid, een consolidatie van de begroting, de normalisering van het valutabeleid en de regularisering van de internationale relaties. Met deze verregaande en brede hervormingsinspanning neemt de regering duidelijk afstand van het verleden, en stuurt ze een sterk signaal naar internationale beleggers dat de regering deze nieuwe economische beleidskoers hoog in het vaandel draagt. Die bereidheid om een groot deel van de allermoeilijkste problemen onmiddellijk aan te pakken, is volgens ons de beste manier om meteen geloofwaardig over te komen.
In Brazilië werd de voormalige president Dilma Rousseff gedwongen tot beleidscorrecties. De markt weigerde haar immers steeds vaker de financiering die zij nodig had om haar onhoudbare koers te blijven varen, en haar populariteit kelderde. De nieuwe Braziliaanse regering, onder leiding van president Michel Temer, heeft inmiddels de eerste stappen naar begrotingsconsolidatie gezet, het plafond op de overheidsuitgaven verlaagd en een mogelijke hervorming van de sociale zekerheid voorbereid. Ook is de regering begonnen met de omkering van het eerdere micromanagement van de economie om door het beleid veroorzaakte storingen terug te dringen. Een van de grootste stappen was het begin van de deregulering van de gereguleerde prijzen in 2015. In een context van stijgende inflatie en een economie die zich nog steeds in een recessie bevond, was de centrale bank genoodzaakt om in 2015 een moeilijk compromis te sluiten; tot medio 2015 had ze de reële rente stabiel gehouden, maar in 2016 stond ze een voorzichtige verhoging toe (ook al verlaagde ze de nominale rente) om de inflatie te laten dalen. Een voorzichtige monetair beleid kwam ook tot uiting in een ommekeer van de eerdere kredietexpansie.
In Colombia is het beleid weliswaar niet ernstig achteruitgegaan, maar heeft de regering juist initiatief genomen om de inflatie als gevolg van de lagere wisselkoers te bestrijden. Er werd een strakker monetair beleid gevoerd, er werden stappen ondernomen om de begroting verder te consolideren om het hoofd te bieden aan enige potentiële gevolgen van de lagere inkomsten door de lagere olieprijzen, en tot slot werden er tegelijkertijd onderhandelingen gevoerd met de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia–Volksleger (FARC-EP) om een einde te maken aan het aanslepende conflict met de guerrillagroep, om de democratische instellingen van het land verder te versterken en te vrijwaren.
Venezuela voert op het moment van dit artikel nog steeds een populistisch beleid. De bevolking moet er het hoofd bieden aan extreem barre omstandigheden, met een hoge werkloosheid en een ernstig tekort aan voedsel en andere basisbenodigdheden. Daardoor ontstaan er protesten en is het gevaar voor de sociale stabiliteit toegenomen. Het heeft echter nog geen politieke verandering teweeggebracht, laat staan een beleidscorrectie. In figuur 3 wordt een overzicht gegeven van de beleidsaanpassingen (of het gebrek daaraan) die door elk land zijn ingevoerd.
De voorbereiding voor de volgende tien jaar
Colombia’s beleidsvoering waarin het populisme standvastig wordt afgezworen, lijkt wel een spiegelbeeld van Venezuela. Het is opmerkelijk dat Colombia, dat een voorzichtig macro-economisch beleid heeft gehandhaafd, alleen te lijden had van de hogere inflatie die het gevolg was van de lagere wisselkoers. Er is bijna geen schriller contrast mogelijk.
Zowel in Argentinië als Brazilië zijn er redenen voor optimisme, hoewel de beleidscorrectie nog in de kinderschoenen staat. Het is cruciaal dat het momentum de komende jaren aanhoudt, maar beide landen lijken alvast over de belangrijkste factor te beschikken – de politieke bereidheid – en als het nieuwe beleid wordt gehandhaafd, zijn de voordelen volgens ons enorm.
We vinden het daarentegen moeilijk om niet pessimistisch te zijn over de vooruitzichten voor Venezuela. Het land heeft grotere oliereserves dan Saoedi-Arabië, maar de economie krimpt er sneller dan waar dan ook ter wereld. Naar schatting bedraagt de inflatie weldra 1000%,[1] en door tekorten aan voedsel en geneesmiddelen staat het land aan de afgrond van een humanitaire crisis. Het is moeilijk om voor een land een nog onheilspellende kader te verzinnen.
De ontwikkelde wereld kan uit deze Latijns-Amerikaanse voorbeelden belangrijke lessen leren. We beweren niet dat de Verenigde Staten of de verschillende Europese landen die flirten met het populisme het gevaar lopen om een van de extreme wegen in te slaan die we in het volledige artikel verkennen. Wel bieden deze voorbeelden een waarschuwing in een tijd waar conventionele economische beleidsvoering steeds minder populair wordt.
Voor nog meer informatie over dit onderwerp kunt u de volledige versie van ‘Global Macro Shifts’ raadplegen, een onderzoeksgebaseerde briefing over de wereldeconomie waarin de analyses en meningen van dr. Michael Hasenstab en andere senior leden van Templeton Global Macro worden gepresenteerd. Dr. Hasenstab en zijn team beheren Templetons wereldwijde obligatiestrategieën, waaronder niet aan een benchmark gekoppelde strategieën voor vastrentende waarden, valutastrategieën en wereldwijde macro-economische strategieën. Zijn team van economen, die zijn opgeleid aan enkele van ’s werelds meest gerenommeerde universiteiten, koppelt een wereldwijde macro-economische analyse aan diepgaand onderzoek op landenniveau om langdurige evenwichtsverstoringen op te sporen die beleggingskansen kunnen opleveren.
U kunt meer vooruitzichten van Franklin Templeton Investments in uw inbox ontvangen. Schrijf in op de blog Beyond Bulls & Bears.
Voor tijdige beleggingstips kunt u ons volgen op Twitter @FTI_Global en op LinkedIn.
De verklaringen, meningen en analyses vertegenwoordigen het persoonlijke standpunt van de beleggingsbeheerder. Zij zijn enkel bedoeld ter algemene informatie en mogen niet worden beschouwd als individueel beleggingsadvies of als een aanbeveling of verzoek om enig effect te kopen, te verkopen of te houden, of enige beleggingsstrategie te volgen. Ze vormen geen juridisch of fiscaal advies. De informatie in dit document wordt verstrekt per de publicatiedatum en kan zonder kennisgeving veranderen, en is niet bedoeld als een volledige analyse van elk belangrijk feit over een land, regio, markt of belegging.
Er kunnen bij de opstelling van dit document gegevens van externe bronnen zijn gebruikt die niet onafhankelijk door Franklin Templeton Investments (‘FTI’) zijn gecontroleerd of bevestigd. FTI aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verliezen die voortvloeien uit het gebruik van deze informatie, en de gebruiker dient zelf te bepalen in welke mate hij wil vertrouwen op deze verklaringen, meningen en analyses. Producten, diensten en informatie zijn mogelijk niet in alle rechtsgebieden beschikbaar en worden alleen door andere gelieerde ondernemingen van FTI en/of hun distributeurs aangeboden als dat door de lokale wet- en regelgeving wordt toegestaan. Gelieve uw eigen beleggingsadviseur te raadplegen voor nadere informatie over de beschikbaarheid van producten en diensten in uw rechtsgebied.
Wat zijn de risico’s?
Alle beleggingen gaan met risico’s gepaard, waaronder een mogelijk verlies van het ingelegde kapitaal. De waarde van beleggingen kan zowel dalen als stijgen, en beleggers krijgen mogelijk niet het volledige ingelegde bedrag terug. Beleggingen in het buitenland houden speciale risico’s in, zoals wisselkoersschommelingen, een onstabiel economisch klimaat en politieke ontwikkelingen. Beleggingen in landen met een opkomende markt, waar frontiermarkten een onderdeel van zijn, gaan gepaard met grotere risico’s die verband houden met dezelfde factoren, boven op de risico’s die verbonden zijn aan hun relatief geringe omvang, de lagere liquiditeit en het gebrek aan een gevestigd wettelijk, politiek, zakelijk en sociaal kader om effectenmarkten te ondersteunen. Omdat deze kaders doorgaans nog minder ontwikkeld zijn op de frontiermarkten, en gelet op diverse factoren zoals het hogere risico van extreme koersvolatiliteit, illiquiditeit, handelsbarrières en deviezencontroles, gelden de risico’s van de opkomende markten nog sterker voor frontiermarkten. Obligatiekoersen evolueren doorgaans in de omgekeerde richting van rentevoeten. Wanneer de koersen van obligaties in een beleggingsportefeuille zich aanpassen aan een stijging van de rentevoeten, kan de waarde van de portefeuille dalen.